Optienaam:
|
2923 STP 1. Uitvoering van een standaard afvalpreventieonderzoek |
| Beschrijving: |
Achtergrond Op 1 januari 2008 is het Activiteitenbesluit in werking getreden. Dit besluit vervangt de oude 8.40-amvb’s. Voor het reguleren van afvalpreventie bij bedrijven heeft de komst van het Activiteitenbesluit consequenties, omdat in het besluit geen regels voor afvalpreventie zijn opgenomen. In de oude 8.40-amvb’s was dit wel het geval. Het is vanaf 1 januari 2008 niet meer mogelijk om bedrijven die onder de werking van het Activiteitenbesluit vallen afvalpreventiemaatregelen op te leggen of een afvalpreventieonderzoek voor te schrijven. Ook in het rapport ‘Beperking van de administratieve lasten Wm-vergunning’ heeft VROM aangegeven dat deze nieuwe beleidslijn ook voor vergunningplichtige bedrijven zal worden ingezet. Het gevolg is dat afvalpreventie alleen nog via het stimulerend spoor bij bedrijven onder de aandacht gebracht kan worden. De aanpak van afvalpreventie in het kader van vergunningverlening en handhaving is beschreven in de Handreiking Wegen naar preventie bij bedrijven (PDO9) en bijbehorend werkboek (PDO10). (Medio 2009 wordt handreiking aangepast, waarin afvalpreventie summier aan de orde zal komen, accent komt te liggen op energie en vervoermanagement)
Wat is afvalpreventie? De algemene doelstelling voor het milieubeleid is het beperken van de totale milieubelasting van producten en activiteiten op een zo efficiënt mogelijke manier. Daarvan afgeleid is de doelstelling voor het afvalbeleid: de totale milieudruk van een keten ( vanaf grondstofwinning tot productie en gebruik en uiteindelijke de afvalfase inclusief hergebruik) dient zo beperkt mogelijk te zijn. Afvalpreventie richt zich op het voorkomen dan wel het beperken van het ontstaan van afvalstoffen (inclusief afvalwater) (kwantitatief) en het verminderen van de milieuschadelijkheid van afvalstoffen (kwalitatief). Het ontstaan van afval moet zoveel mogelijk bij de bron worden voorkomen en kan worden gerealiseerd door: - good-housekeeping;
- intern hergebruik;
- gebruik van alternatieve grond- en hulpstoffen;
- technologische veranderingen;
- productaanpassingen.
Ook efficiënter gebruik van grond- en hulpstoffen hoort hierbij. Extern hergebruik of recycling van afval evenals nageschakelde technieken vallen niet onder het begrip preventie. In die gevallen waar de keuze voor alternatieve grond- en hulpstoffen of productaanpassingen ingrijpt in de procesvoering, kan dit niet via de Wm geregeld worden.
Beleidsuitgangspunten? Het beleid voor preventie en het beperken van de milieudruk als gevolg van het beheer van afvalstoffen ligt vast in het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP). Het eerste LAP is in maart 2003 in werking getreden. In 2009 verschijnt LAP-2. Doelstelling van het LAP2 -2 is om de jaarlijkse totale hoeveelheid afval niet meer te laten stijgen dan 68 Mton in 2015 en 73 Mton in 2021. Bij de aanpak van afvalstromen komt de voorkeursvolgorde, zoals vastgesteld in de Wm en het LAP neer op:
- kwantitatieve preventie: het ontstaan van afvalstoffen wordt voorkomen of beperkt;
- kwalitatieve preventie: bij het vervaardigen van stoffen, preparaten of andere producten wordt gebruik gemaakt van stoffen en materialen die na gebruik van het product geen of zo min mogelijk nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaken;
- nuttige toepassing door producthergebruik: stoffen, preparaten, of andere producten worden na gebruik als zodanig opnieuw gebruikt;
- nuttige toepassing door materiaalhergebruik: stoffen en materialen waaruit een product bestaat worden na gebruik van het product opnieuw gebruikt;
- nuttige toepassing als brandstof: afvalstoffen worden toegepast met een hoofdgebruik als brandstof of voor een andere wijze van energieopwekking;
- verbranden als vorm van verwijdering: afvalstoffen worden verwijderd door deze te verbranden op het land; storten: afvalstoffen worden gestort.
Hoofdstuk 13 van het LAP gaat specifiek in op afvalpreventie.
Standaard afvalpreventieonderzoek Voor bedrijven waar relatief grote hoeveelheden afvalstoffen vrijkomen en waar weinig preventiemaatregelen getroffen zijn, is het uitvoeren van een standaard afvalpreventieonderzoek een redelijke maatregel. Een dergelijk onderzoek leidt doorgaans tot concrete afvalpreventiemogelijkheden met zowel milieuwinst als financiële winst voor het bedrijf. De financiële winst voor het bedrijf komt voort uit besparingen op de kosten voor afvalverwijdering maar belangrijker nog zijn de besparingen als gevolg van een efficiënter gebruik van grond- en hulpstoffen en minder verlies van toegevoegde waarde (besparingen op arbeids- en machinekosten, en dergelijke). Daarnaast kunnen afvalpreventiemaatregelen soms tot arbeidshygiënische voordelen leiden, en kan ook de kwaliteit van het product erdoor verbeteren.
Belangrijke kenmerken Belangrijke en waardevolle kenmerken van een standaard afvalpreventieonderzoek zijn onder andere:
- de aandacht voor de interne kosten door de afvalstromen (naast de externe kosten)
De interne kosten zijn kosten die ontstaan door het verlies van grond- en hulpstoffen, het verlies van toegevoegde waarde en de kosten voor interne behandeling van de afvalstromen binnen het bedrijf. De interne kosten zijn vaak vele malen hoger dan de externe kosten (containerhuur, transport en verwerking van afvalstoffen). Het vaststellen van de interne kosten is van belang voor het bepalen van kansen op preventie. Bij een kostbare afvalstroom geeft ook een preventiemaatregel met een gering effect al gauw een aanzienlijk bedrijfseconomisch voordeel. - de aandacht voor bronnen en oorzaken van de vrijkomende afvalstromen
Bij het opsporen van afvalpreventiemogelijkheden is het van belang de bronnen en oorzaken vast te stellen:- waar ontstaat het afval? (de bronnen);
- waarom ontstaat het afval? (de oorzaken).
Informatie over de bronnen en oorzaken is essentieel. Zonder die informatie weet niemand zeker dat een bepaalde afvalstroom onvermijdbaar is. De informatie over bronnen en oorzaken leidt bovendien vaak ook al snel tot kansrijke preventiemogelijkheden. Aanpak in de vorm van een beproefd stappenplan Voor de uitvoering van een standaard afvalpreventieonderzoek is een beproefd, branchespecifiek stappenplan beschikbaar. Dat stappenplan heeft zijn waarde in de praktijk reeds ruimschoots bewezen bij diverse rubber- en kunststofverwerkende bedrijven. De branchespecifieke methodiek is beschikbaar in de vorm van een papieren gids maar ook in de vorm van een gids op internet (zie het veld voor meer info), compleet met vele praktijkvoorbeelden en tips uit de bedrijven die er al mee gewerkt hebben. Het stappenplan blijkt bij vrijwel ieder bedrijf dat ermee aan de slag gaat, tot aantrekkelijke financiële besparingen en aanzienlijke milieuwinst te leiden. Bijkomend voordeel is dat de preventiemethodiek in de vorm van het stappenplan een ideale basis is voor continue verbetering van de milieuzorg, zoals dat in ISO 14001 van de bedrijven verwacht wordt. De preventiemethodiek biedt tevens een uitstekende manier om de betrokkenheid van de medewerkers te versterken. Milieuzorg (en efficiënter produceren) kan niet zonder die betrokkenheid, zo stelt ook de ISO 14001-norm. Op dit punt kunnen nog veel bedrijven hun prestatie verbeteren.
Alle kunststof- en rubberverwerkende ondernemingen hebben tijdens de productie te maken met afvallen en uitval ten gevolge van misproducties, snijranden, productieovergangen, aan- en aflopen en dergelijke. Uit hoofde van goed ondernemerschap is het normaal dat deze effecten zo gering mogelijk worden gehouden.Dit wordt doorgaans bereikt door de afvalstromen te scheiden in producten met een verschillend einddoel:- te hergebruiken in eigen product
- te hergebruiken in speciale producten, onder- of tussenlagen
- na externe tussenbewerking her te gebruiken
- extern her te gebruiken door derden in binnen- en buitenland
- afvoeren als afval
In het afvalbeheersplan is het doorgaans lucratief bij het opwaarderen van bepaalde afvalstromen uit te gaan van deze indeling. |
Beschrijving milieu-effecten: |
Een standaard afvalpreventieonderzoek kan leiden tot aanzienlijke vermindering van de afvalstromen of tot schonere afvalstromen waardoor hergebruik wordt bevorderd. In sommige gevallen is het mogelijk afvalstromen door bepaalde maatregelen geheel te hergebruiken of zelfs te voorkomen. Hierdoor leidt afvalpreventie tot een zuiniger gebruik van grond- en hulpstoffen en een vermindering van de milieubelasting. |
|
Milieuthema('s):
|
Afval -
|
| Toepasbaarheid: |
Een standaard afvalpreventieonderzoek is een redelijke maatregel voor alle bedrijven waar relatief grote hoeveelheden afval vrijkomen. |
Financiële aspecten (prijspeil 2008): |
De kosten van een standaard afvalpreventieonderzoek, bij begeleiding door een adviesbureau, bedragen circa EUR 5.000,- tot 10.000,- (indicatief). De baten zijn sterk afhankelijk van de omvang en de (externe èn interne) kosten van de vrijkomende afvalstromen. Vaak blijken echter kostenbesparingen mogelijk die aanzienlijk hoger zijn dan de kosten voor uitvoering van het onderzoek. |
| Voor meer info: |
- www.kunstvanpreventie.nl: De Kunst van Preventie – Gids voor bedrijfsoptimalisering in de kunststofverwerkende industrie door preventieve milieuzorg´, RAOZ/NRK/BECO, 1996. Gedrukte versie is te bestellen bij Regionaal Afval Overleg Orgaan Zuid-Nederland (RAOZ).
- www.antwoordvoorbedrijven.nl: afval
- www.infomil.nl/maatregelen
- www.vrom.nl/afvalstoffen
- www.wetten.overheid.nl: Wet milieubeheer, hoofdstuk 10
- www.vrom.nl/activiteitenbesluit: Hoofdstuk 2, afdeling 2.5
- www.vrom.nl: Afvalstoffen, publicaties, Landelijk afvalbeheerplan (LAP)
|
|
NMP-thema('s):
|
Verwijdering (afval)
|
|
|