Optienaam:
|
2926 STP 4. Scheiden van afval |
| Beschrijving: |
Achtergrond Alle bedrijven hebben afval. Afval is als volgt gedefinieerd: “Elke stof of voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen”. Dit is een zeer ruime (Europese) definitie en leidt al veel jaren tot discussie.
Bedrijven accepteren soms een bepaalde hoeveelheid afval zonder dat men zich realiseert dat dit afval is en een aanzienlijke geldswaarde kan vertegenwoordigen. Het is daarom van het grootste belang dat allereerst de afvalhoeveelheid wordt geïnventariseerd en door het uitvoeren van specifieke maatregelen zo gering mogelijk wordt gehouden. Vervolgens dient uit het onvermijdelijke afval nog een zo hoog mogelijke opbrengst te worden gegenereerd. Hiervoor is het noodzakelijk om afvalstromen te scheiden en eventueel te bewerken in zo schoon mogelijke en goed herbruikbare stromen. Om uw afvalstromen in kaart te brengen kunt u gebruik maken van de Afval en Energie Scan.
Afvalscheiding in Activiteitenbesluit en Wm De basis voor afvalscheiding ligt vast in artikel 1.1 lid 2 van de Wet milieubeheer (Wm) waarin tot de bescherming van het milieu mede de zorg voor een doelmatig beheer van afvalstoffen wordt gerekend. Op 1 januari 2008 is het Activiteitenbesluit in werking getreden. Dit besluit vervangt de oude 8.40-amvb’s. De afvalscheidingsvoorschriften uit deze amvb’s zijn samengenomen in het Activiteitenbesluit. Type A- en B-inrichtingen moeten voldoen aan de artikelen uit afdeling 2.5 Afvalbeheer. In artikel 2.12 wordt aangegeven dat alle gevaarlijke afvalstoffen verplicht gescheiden moeten worden gehouden (absolute scheidingsplicht). Alle andere afvalstoffen moeten worden gescheiden, gescheiden worden gehouden en gescheiden worden afgegeven tenzij dat redelijkerwijs niet kan worden gevergd. Dit voorschrift is anders geformuleerd dan de voorschriften uit de oude 8.40-amvb’s. Voor alle afvalstromen, niet zijnde gevaarlijk afval, is nu een generiek scheidingsvoorschrift opgenomen. Ook stromen zoals oud papier, karton, kunststof en elektrische en elektronische apparatuur vallen onder het generiek voorschrift. In plaats van een absolute scheidingsplicht, zal voor deze stromen de redelijkheidseis gaan gelden. Voor type C-inrichtingen en IPPC-bedrijven ligt de basis voor afvalscheiding in artikel 1.1 lid 2 van de Wm waarin tot de bescherming van het milieu mede de zorg voor een doelmatig beheer van afvalstoffen wordt gerekend. Dit kan onder meer worden bereikt door afvalstoffen zoveel mogelijk vanaf de bron te scheiden, gescheiden te houden en gescheiden af te geven. Op grond van de artikelen 8.11 en 8.12 van de Wm kan het bevoegd gezag afvalscheidingsvoorschriften verbinden aan de vergunning. Hierbij kan worden aangesloten bij de voorschriften zoals die in het Activiteitenbesluit zijn opgenomen.
Landelijk afvalbeheerplan In 2009 treedt het tweede Landelijk Afvalbeheerplan (LAP) in werking. Hierin staat het beleid voor het beheer van alle afvalstoffen waarop de Wm van toepassing. In hoofdstuk 14 van het LAP (deel 1 van het LAP) is het beleid uitgewerkt voor afvalscheiding, waarbij paragraaf 14.4 specifiek ingaat op de afvalscheiding door bedrijven. Uitgangspunt is dat bedrijven verplicht zijn alle afvalstoffen te scheiden, gescheiden te houden en gescheiden af te geven, tenzij dat redelijkerwijs niet van hen kan worden gevergd. Hierbij geldt dat ongeacht de bedrijfssituatie de afvalcomponenten gevaarlijk afval (waaronder asbest) altijd gescheiden moet worden. Daarnaast zijn voor een aantal afvalcomponenten richtlijnen voor afvalscheiding opgenomen. De teksten en achtergronddocumenten van het LAP zijn te vinden op: www.senternovem.nl/uitvoeringafvalbeheer.
Wanneer is afvalscheiding redelijk? Naast gevaarlijk afval dat altijd verplicht gescheiden moeten worden is voor de overige afvalcomponenten aangegeven bij welke wekelijkse hoeveelheden afvalscheiding redelijk is.
| Afvalcomponenten die altijd gescheiden dienen te worden, onafhankelijk van bedrijfssituatie!: | | Gevaarlijk afval | | Papier & karton | | Wit- en bruingoed | | Afvalcomponenten met richtlijn voor afvalscheiding: | | Afvalcomponent | Richtlijn afvalscheiding (maximale herbruikbare hoeveelheden PER WEEK in het restafval) | | Folie | 0 kg (!) | | EPS (piepschuim) | 1 rolcontainer van 240 liter (± 3 kg) | | Plastic bekertjes | ± 500 bekertjes | | Overige kunststoffen | 25 kg | | Autobanden | 5 banden | | GFT/Swill | 200 kg | | Groenafval | 200 kg | | Houten pallets | 2 pallets (± 40 kg) | | Overige houtafval | 40 kg | | Glazen verpakkingen | ½ rolcontainer van 240 liter (± 30 kg) | | Metalen | 40 kg | | Steenachtig materiaal / Puin | 0 kg; bij incidentele hoeveelheden 1 m³ | | Textiel | 40 kg | | Glas- en steenwol | 25 kg | | Overige afvalcomponenten1) | Zie onderstaande opmerking |
1) Bij overige afvalcomponenten kan met name gedacht worden aan procesgerelateerde afvalstoffen (bijvoorbeeld productuitval, zoals rubber- en kunststofafval). Vaak komen deze afvalstoffen in grotere hoeveelheden en geconcentreerd vrij. In dat geval is afvalscheiding al snel van een bedrijf te verlangen en zal de scheidingsplicht dus in de vergunning worden opgenomen. Net als voor de afvalcomponenten waarvoor een concrete richtlijn aanwezig is, geldt voor alle overige afvalcomponenten dat afvalscheiding verplicht wordt gesteld, zodra dit redelijkerwijs verlangd kan worden.
In bovenstaande tabel staan de maximale hoeveelheden weergegeven. Benadrukt wordt dat het richtlijnen betreft. Zo kan ook bij kleinere hoeveelheden afvalscheiding redelijk zijn, bijvoorbeeld omdat de afvalstroom bij het bedrijf geconcentreerd vrijkomt en eenvoudig te scheiden en gescheiden af te voeren is. Daarnaast kan het zo zijn dat het ook bij hogere hoeveelheden niet redelijk is om afvalscheiding te verlangen, bijvoorbeeld als dit voor de bedrijfsspecifieke situatie een onevenredige belasting met zich meebrengt. Van een onevenredige belasting is sprake in het geval de kosten per ton voor de inzameling en verwerking van de desbetreffende gescheiden afvalstroom meer dan EUR 45,- hoger liggen dan de kosten per ton voor de inzameling en verwerking van ongescheiden bedrijfsafval.
In het werkboek zijn al veel maatregelen opgenomen die betrekking hebben op nuttig hergebruik of recycling zoals: 1593 - Hergebruik ongevulkaniseerd rubber 1639 - Hergebruik GVK slijpsel en/of gemalen afval 1840 - Toepassing van al dan niet behandeld gerecycled rubber 1618 - Toepassing gerecycled materiaal in meerlaagssystemen 1846 - Hergebruik weekmakercondensaat 1920 - Extern hergebruik van schuimresten 1927 - Intern hergebruik van zacht-schuimresten 1939 - Hergebruik afdekmateriaal transportfase 1959 - Herverwerking schoonmaakcompounds 1965 - Intern hergebruik EPS-schuimresten 1966 - Hergebruik secundair materiaal (EPS-schuimresten) 2926 - STP-4: Nuttige hergebruik afval/recycling 2961 - Toepassen extern regeneraat
Naast de uitvoering van deze maatregelen (voor zover van toepassing) wordt van de bedrijven verwacht dat zij op grond van bovenstaande feiten en argumentatie afvalscheiding, nuttig hergebruik en recycling tot een van de speerpunten van hun beleid maken.
Het bovenstaande geldt niet voor gevaarlijk afval, papier/karton en wit- en bruingoed. Deze stromen dienen namelijk in elke situatie gescheiden te worden! Het bedrijf is zelf verantwoordelijk voor het aantonen dat met de scheiding van bepaalde stromen de bedrijfsvoering onevenredig wordt belast. Het is vervolgens aan het bevoegd gezag om een beslissing te nemen over het al dan niet verplicht stellen van de scheiding van de desbetreffende afvalstro(o)m(en). |
Beschrijving milieu-effecten: |
Afvalscheiding leidt tot mogelijkheden voor nuttige toepassing van afvalstoffen (product- of materiaalhergebruik of de toepassing als brandstof). |
|
Milieuthema('s):
|
Afval -
|
| Toepasbaarheid: |
Altijd, tenzij de scheiding redelijkerwijs niet kan worden verlangd. Gevaarlijke afvalstoffen dienen altijd gescheiden te worden afgegeven. |
Financiële aspecten (prijspeil 2008): |
Voor diverse afvalstromen geldt dat scheiding financieel voordeel oplevert voor het bedrijf. Bij sommige afvalstromen kan scheiding leiden tot een beperkte kostenstijging. |
| Voor meer info: |
- www.antwoordvoorbedrijven.nl: afval
- www.infomil.nl: Afvalpreventie en scheiding
- www.lma.nl: Landelijk meldpunt afvalstoffen
- NRK Afval en Energie Scan.
- www.senternovem.nl/uitvoeringafvalbeheer: Uitvoering afvalbeheer
- www.wetten.overheid.nl: Wet milieubeheer, hoofdstuk 10
- www.vrom.nl/activiteitenbesluit: Hoofdstuk 2, afdeling 2.5
- www.vrom.nl: Afvalstoffen, publicaties, Landelijk afvalbeheerplan (LAP)
- NRK rapport: Inzet van recyclaat (oktober 2004)
|
|
NMP-thema('s):
|
Verwijdering (afval)
|
|
|