Optienaam:
|
2939 STP 17. Uitvoering van een nulsituatiebodemonderzoek |
| Beschrijving: |
Achtergrond In het Activiteitenbesluit van 1 januari 2008 en de bijbehorende ministeriële regeling of op grond van artikel 5.5 van het inrichtingen- en vergunningenbesluit van de Wet Milieubeheer kan het bevoegd gezag (vergunningverlener) voorschrijven dat er een bodemonderzoek moet worden uitgevoerd. Dit onderzoek heeft als doel de zogenaamde ´nulsituatie´, ter plaatse van de vergunningplichtige activiteit(en), in beeld te brengen. Op deze wijze kan na het beëindigen van de activiteit(en) worden vastgesteld of deze activiteit(en) de bodem hebben verontreinigd. Een nulsituatie onderzoek is dus met name bedoeld voor het vaststellen van een referentieniveau (de bodem kan al bij het aanvragen van de vergunning licht verontreinigd zijn). Doel van het onderzoek is het verkrijgen van een toetsingsgrondslag met het oog op potentiële bodemverontreiniging, die kan voortvloeien uit de vergunningplichtige activiteit(en). Ook voor de (ver)huur van onroerend goed kan een nulsituatie onderzoek een handig instrument zijn. Dit om te bepalen als er tijdens de (ver)huurperiode een bodemverontreiniging is ontstaan.
Historisch onderzoek Een vooronderzoek (archiefonderzoek/interviews/locatie-inspectie) wordt uitgevoerd voorafgaand aan het feitelijk onderzoek van de bodem (= veld- en laboratoriumonderzoek). Echter niet in alle situaties zal na het uitvoeren van een vooronderzoek een feitelijk bodemonderzoek nodig zijn. De bij het vooronderzoek verzamelde informatie wordt gebruikt voor het verkrijgen van een adequate invulling van het veld- en laboratoriumonderzoek en draagt bij aan de verklaring van de resultaten van het bodemonderzoek. Vooralsnog beperkt de voornorm zich tot het vooronderzoek dat gerelateerd is aan het retrospectieve bodemonderzoek (historisch onderzoek). Dit onderzoek wordt uitgevoerd aan de hand van de Nederlandse voornorm NVN-5725, ‘Bodem – Leidraad voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend, oriënterend en nader onderzoek’, van oktober 1999.
Nulsituatie onderzoek Aansluitend aan het ‘historisch onderzoek’ is de uitvoering van een ‘nulonderzoek’ noodzakelijk. Een nulsituatieonderzoek heeft tot doel de referentiesituatie van de bodemkwaliteit (grond en grondwater) vast te leggen, met het oog op mogelijke toekomstige bodemverontreiniging, voortvloeiend uit de toekomstige of huidige activiteiten binnen de inrichting. Het richt zich op de potentieel bodembedreigende activiteiten binnen de inrichting. Met name op die plaatsen waar mogelijk verontreinigende stoffen in de bodem kunnen raken (bijvoorbeeld ten gevolge van onzorgvuldig handelen of falen van bodembeschermende voorzieningen). En het beperkt zich tot de stoffen die ten gevolge van de activiteiten binnen de inrichting in de bodem kunnen geraken. Dit kan in eenvoudige gevallen beperkt blijven tot stoffen die gebruikt of opgeslagen worden (chemicaliën). Bij productieprocessen richt het onderzoek zich niet alleen op grondstoffen en eindproducten, maar ook op (mogelijke) tussenproducten.- Het nulsituatieonderzoek bestaat uit twee fasen; het vooronderzoek waarbij de inventarisatie van mogelijke bodemverontreinigende activiteiten plaatsvindt en de tweede fase waarbij grond- en grondwatermonsters worden genomen en geanalyseerd.
- Een nulsituatieonderzoek kan eenmalig worden voorgeschreven, of bij de start van een bedrijf (oprichtingsvergunning), of bij een reeds bestaand bedrijf (revisievergunning). Bij een wijziging van de inrichting (wijzigingsvergunning) waarbij verandering in de bodembedreigende activiteiten aan de orde is, kan een (aanvullend) nulsituatieonderzoek worden verlangd.
- Naast het voorschrijven van een nulsituatieonderzoek is het de verwachting dat ook een eindsituatieonderzoek in de vergunningvoorschriften zal worden opgenomen om te kunnen vaststellen of gedurende het in werking zijn van een inrichting bodemverontreiniging is ontstaan.
- Periodiek herhalingsonderzoek (monitoring) van de kwaliteit van het grondwater is alleen aan de orde bij activiteiten waarbij risico’s voor verontreiniging van het grondwater bestaan. In die gevallen is het gebruikelijk dat peilbuizen die bij het onderzoek zijn geplaatst, periodiek (bijvoorbeeld eenmaal per 1 tot 2 jaar, onder meer afhankelijk van de verontreiniging en de samenstelling van de bodem) worden herbemonsterd.
- Wanneer uit het vooronderzoek blijkt dat voor de verschillende ‘potentieel verdachte terreindelen’ geen verdenking van verontreiniging bestaat, kan de vergunninghouder in bepaalde gevallen de keus worden gelaten af te zien van een tweede fase nulsituatieonderzoek. Wanneer de vergunninghouder voor deze optie kiest, zal er bij herhalingsonderzoek van worden uitgegaan dat de bodem ten tijde van het nulsituatieonderzoek voldeed aan de achtergrond/ streefwaarden. Dit dient in de vergunning te worden vastgelegd.
- Bij het uitvoeren van het nulsituatieonderzoek is het van groot belang de verschillende ‘potentieel verdachte terreindelen’ te identificeren. De afzonderlijke activiteiten binnen een inrichting die worden aangemerkt als potentieel bodemverontreinigend moeten als zodanig worden onderscheiden. Elke afzonderlijke activiteit moet vervolgens worden vertaald in een potentieel verdacht terreindeel binnen de inrichting. De verschillende potentieel verdachte terreindelen dienen vervolgens afzondelijk te worden bemonsterd conform het Protocol Nulsituatie-/BSB-onderzoek.
|
Beschrijving milieu-effecten: |
Beoordeling van het risico van verspreiding van milieugevaarlijke stoffen in bodem en grondwater als gevolg van bodemverontreiniging. |
|
Milieuthema('s):
|
Bodem -
|
| Toepasbaarheid: |
Altijd, tenzij het bevoegd gezag besluit dat een zodanig onderzoek niet vereist is. |
Financiële aspecten (prijspeil 2008): |
De kosten van een nulsituatiebodemonderzoek zijn afhankelijk van de aard van de activiteiten op het bedrijfsterrein en de omvang van het bedrijfsterrein. |
| Voor meer info: |
- Notitie ‘Nulsituatie-bodemonderzoek’. 1994 (Ministerie VROM, Den Haag).
- InfoMil
- www2.nen.nl: NVN-5725
- www.senternovem.nl/duurzameenergie
- www.rijkswaterstaat.nl: Wet bodembescherming (Wbb)
- www.vrom.nl: Dossier bodembescherming, Vraag en Antwoord
- www.vrom.nl: Besluit bodemkwaliteit
|
|
NMP-thema('s):
|
Verwijdering (bodembescherming)
|
|
|