Optienaam:
|
1544 Minimaliseren gebruik blaasmiddel door keuze polyol |
|
Processen:
|
Schuimen van PUR (zacht)-Kunststofverwerking
|
| Beschrijving: |
Een polyurethaanschuim ontleent zijn stevigheid aan de verbinding die wordt gemaakt door de reactie tussen water en isocyanaat. Vervanging van een deel van het water door een ander blaasmiddel, levert een zachter schuim. De hoeveelheid blaasmiddel die wordt toegepast, is onder meer afhankelijk van het polyol dat wordt gebruikt. De toepassing van polymeer-polyolen (die deels voorgereageerd zijn) maakt extra blaasmiddel naast water overbodig. Een bijkomend voordeel van polymeer-polyolen is dat deze makkelijker te verwerken zijn (processing beter). Het is ook mogelijk om de zachtheid van het schuim te verhogen door gebruik te maken van zachte polyolen. Deze hebben andere keteneigenschappen, waardoor het gebruik van fysische blaasmiddelen sterk wordt teruggebracht, terwijl de hardheden van de schuimen vergelijkbaar zijn. Een nadeel van zachte polyolen is dat meer TDI wordt verbruikt. |
Beschrijving milieu-effecten: |
Minder gebruik van fysische (veelal de ozonlaag aantastende) blaasmiddelen. De emissie van TDI kan echter toenemen (bij zachte polyolen). |
|
Milieuthema('s):
|
Emissies naar lucht -
|
| Toepasbaarheid: |
Polymeer-polyolen: breed toepasbaar; Zachte polyolen: voor de productie van zacht-PUR met dichtheden hoger dan 22 kg/m³.
NB. Aanpassing van machines is niet nodig. |
Financiële aspecten (prijspeil 2008): |
Geen |
|
Stoffen:
|
CO2
DCM
HFK’s
|
|
NMP-thema('s):
|
Klimaatverandering (energie)
Verspreiding (lucht)
|